Waarom werken met een graaskaart ?
(1)

Wij zijn ons bewust van het enorme gebrek aan kennis over het op een respectvolle manier samenwerken met de natuur. Waneer precies de connectie met de natuur verloren is gegaan, is ons onbekend. Duidelijk is wel dat er in Nederland ooit iets goed mis is gegaan want wij waren een houtland (Holland). Het is voor ons onverklaarbaar dat een volk zijn eigen land compleet kan kaalkappen. Dit kan alleen gedaan zijn vanuit een lage vorm van bewustzijn. Iedereen met een gezond verstand zal niet zijn eigen omgeving vernietigen.

Heden ten dage zijn we niet heel veel opgeschoten, dezelfde mentaliteit is nog steeds heersende en daarbovenop is er een nieuwe dimensie ontstaan met de komst van de industrialisering. We zijn nu nog effectiever geworden in het uitmijnen van onze bodems, het opsluiten en genetisch aanpassen van het vee en het verhandelen van 70% van alle grondstoffen en producten die van onze bodem komt. Tevens hebben we de grootschalige uitmijn operatie verplaatst naar elders. De koloniën waren, en zijn nu nog steeds, de dupe van de – Rupsje Nooitgenoeg – mentaliteit die er bij ons Nederlanders in is geslopen.

Dit is ons startpunt. Nagenoeg afgesloten van de oude kennis van vroeger. De kennis die generatie op generatie werd overgedragen tezamen met allerlei morele, sociaal-maatschappelijke en spirituele kwesties is grotendeels opgehouden met bestaan. We zijn van een geloof in een God overgestapt op een geloof in een overheid, geld, idolen en de “ik” is belangrijker de “wij”. Hoe kunnen we hier in vredesnaam weer uitkomen zou je denken? 

Gelukkig is onze ziel, mits de juiste parameters tot stand zijn gekomen, op zoek naar een weg hieruit. Deze weg stuurt je het onbekende in, maar we weten inmiddels dat we daardoor op plekken komen van waaruit het leven een stuk duidelijker wordt. Ons pad loopt via een route waarmee we proberen de connectie met de natuur in de breedste zin van het woord weer terug te krijgen. En te voelen wat de natuur ons allemaal te vertellen heeft. Daarbij willen we ook een plek creëren waarin ons binnenste weerspiegeld wordt in een stuk natuur buiten ons en dat zijn we inmiddels twee jaar aan het doen. We hadden weinig achtergrond in het samenwerken met de natuur, laat staan met natuurbegrazing en de vele soorten grassen.

In onze zoektocht kwamen we een eenvoudig middel tegen dat ontwikkeld is door Allan Savory. Met dit middel was het voor ons als leken met wat lees- en studiewerk redelijk makkelijk om te starten. In het Holistisch Management handboek wordt het omschreven als een Grazing Chart, de graaskaart. Dit is een tabel (digitaal of op papier) waarin je allerlei parameters bijhoudt om zo gemakkelijk iets complex als de natuur te leren begrijpen. De graaskaart is niet het einddoel, het is slechts een middel om de signalen, principes en allerlei andere factoren die de natuur je probeert te vertellen, kan leren interpreteren. Het mooiste is dat na verloop van tijd je enkel nog hoeft te zien, voelen en ruiken wat handig is om te gaan ondernemen. 

Naar eigen zeggen heeft Allan dit niet kunnen bewerkstelligen zonder het voorbereidende werk van Andre Voisin. Voisin heeft in zijn studies naar het gedrag van de koe in relatie tot de weide enkele fundamentele factoren weten vast te stellen. Deze fundamentele factoren zijn niets meer dan gedegen kennis van dier en weide. De intuïtie en nieuwsgierigheid van Voisin en zijn vermogen om dit te formuleren in bruikbare formules en standaarden, heeft ervoor gezorgd dat de volgende generaties een goede fundering hebben meegekregen. Wat hierbij van enorm belang is geweest, is het relationeel kunnen denken. Er zijn zoveel factoren die niet alleen tegelijk plaatsvinden, maar ook elkaar in beweging zetten of juist afremmen. Dit noemden we vroeger “gezond boeren verstand”. Het kunnen ontdekken van patronen en onderliggende relaties. 

Het besef van al deze onderliggende relaties heeft Voisin de mogelijkheid gegeven om het systeem van de natuur opnieuw te kunnen ontdekken. Een nooit eindigende, opbouwende cirkel waarbij alle flora en fauna in harmonie met elkaar samenwerken zodat elke ronde weer diverser, mooier en bovenal gezonder kan zijn. Een voorbeeld van dit fenomeen zien we terug in de natuur bij de grote migratie van wilde dieren op de verschillende continenten.

Voisin heeft de volgende vraagstukken kunnen beantwoorden die tezamen de ruggengraat vormen voor de Grazing Chart van Allan Savory. 

  • Hoeveel eet een grazer?
  • Hoe eet een grazer?
  • Hoe groeit een weide?
  • Wat is de lengte van de weide voordat deze gegraasd kan worden?
  • Tot welke lengte deze kan worden afgegraasd?
  • Hoe lang heeft de weide vervolgens rust nodig?
  • De gezondheid van de dieren in relatie tussen de hoogtes van grazen.
  • De “schade” die er aan de bodem wordt toegebracht in relatie tot de vorige aspecten.
  • Het belang van de herstelperiode van de weide. 
  • De relatie tussen de hoeveelheid dieren op de weide per periode.

Allan Savory heeft deze manier van denken overgenomen en toegepast op zijn projecten in Afrika. Hij heeft met recht deze manier van met de natuur samenwerken “Holistisch Management” genoemd. De natuur kan alleen maar bekeken worden als één geheel. Als je dit begrijpt en daardoor de onderliggende relationele patronen kan zien, kun je in lijn met de natuur aan de slag gaan. Hierdoor breek je niets onnodig af, maar neem je juist deel aan iets opbouwends.

Allan heeft ervoor gezorgd dat alle terminologie en verbanden, bedacht door Voisin werden gebundeld in één overzicht, de Grazing Chart. Ook heeft hij rekening gehouden met de twee verschillende seizoenen, winter en zomer. Voor elk seizoen is een afzonderlijke kaart uitgedacht. De kaarten lijken enigszins op elkaar, maar hebben toch zo hun eigen manier van gebruik. Bij Holistisch Management worden deze twee kaarten aangeduid als de open en gesloten kaart. Wij hebben deze namen aangepast om duidelijker te krijgen om welk seizoen het gaat en welke energieën er op dat moment heersend zijn. Het begrijpen van deze energieën lijkt op het eerste gezicht slechts een cosmetisch aspect, maar er zit meer achter verborgen dan we denken. Onze voorouders waren beter op de hoogte van de invloed van de Zon en de Maan, maar dat is voor nu teveel om uit te leggen.

De twee kaarten 

  1. De open kaart of “Zonnekaart”. Deze gebruiken we wanneer de zon zijn intrede doet in het Noordelijke halfrond. Dit is in Nederland vaak op 20 maart, maar soms ook op 21 maart. Dit moment luidt de lente in, het seizoen van groei en bloei. Deze periode van het jaar is de zon energetisch gezien de krachtigste factor.  
  2. De gesloten kaart of “Maankaart”. Deze gebruiken we als de zon weer langzaam afzakt naar het zuidelijke halfrond. Dit is tevens het startpunt van de herfst op 22 of 23 september. Vanaf dit punt zal het afnemen van de kracht van de zon ervoor zorgen dat de groei van de gewassen op de weides langzaam minder wordt en uiteindelijk stopt. De maan zal energetisch gezien steeds meer de rol van de zon gaan overnemen. 

In beide kaarten komen veel dezelfde termen terug. In het begin was dit best overweldigend omdat ik alle termen los van elkaar probeerde te begrijpen. Dat is op zich wel mogelijk, maar het is niet de enige manier van kijken en denken. De andere manier van denken ontstond wanneer we onze eigen versie gingen maken. Met het totstandkomen van de kaart en de formules die erachter zitten om zo de juiste waarden te genereren, begreep ik steeds meer de relatie tussen al deze waarden. Hierdoor zag ik steeds meer het bos in plaats van de losse bomen. Zie de waardes in de tabel dus als een gegeven om iets te begrijpen, maar het begrijpen van de verbanden tussen de waarden is minstens zo belangrijk. 

De Zonnekaart

Deze kaart gebruiken we om gedurende het seizoen van groei de harmonie tussen de voor ons bepalende samenhangende factoren in stand te houden. Dat wil zeggen; de weides en de dieren tezamen in een optimale conditie proberen te houden.

Hieronder staat een kort overzicht van de punten die van belang zijn en de karakteristieken van dit seizoen:

  1. De temperatuur
  2. De neerslag
  3. Het frequentiepatroon van het groeien van de gewassen op de weides
  4. De staat van de weides
  5. De dieren
  6. Geboortes
  7. Overige factoren
  1. Met de komst van het voorjaar zullen ook geleidelijk de temperaturen omhoog gaan. Dit is het moment waarop de Zonnekaart gaat starten en houden we wekelijks bij hoe snel de weides groeien. De gewassen in de weide hebben elk hun eigen voorkeur qua temperatuur. We kunnen door het bijhouden van de temperatuur leren wanneer welk type gewas begint met groeien en wanneer dit weer stopt.
  2. De neerslag is een parameter die van invloed is op de weides en de bodem. Zonder regen geen groei. Voor deze reden houden we de gevallen millimeters bij, zodat we de relatie tussen het aantal gevallen millimeters en de groei kunnen gaan begrijpen. Ook kunnen we opmerken wanneer de bodem verzadigd raakt en er plassen ontstaan en waar. 
  3. Door het wekelijks meten van de grasgroei en dit te noteren in de Zonnekaart, kunnen we de hartslag van de weides in de gaten houden. Er zal gedurende het seizoen een golvende beweging aan groei te meten zijn wat erg lijkt op een sinusgolf als je deze in een grafiek zet. We volgen als het ware het ritme van de natuur en daarmee de groei van de gewassen. 
  4. De staat van de weide is een visuele check. Dit balanceert mooi het digitale aspect met wat er daadwerkelijk op te merken valt in de weide. In de kaart valt dit af te lezen als gekleurde vakjes die aangeven hoe de desbetreffende weide erbij staat na het grazen.
  5. Je kunt, net als wij, meerdere diersoorten bijelkaar hebben, of dieren van verschillende leeftijden met elk hun eigen graas gedrag. Sommigen kiezen ervoor om voor een bepaalde periode mannelijke en vrouwelijke dieren gescheiden te houden. Al deze factoren zijn van belang en kunnen eenvoudig worden ingevuld. Aan de hand van deze waarde wordt een berekening gemaakt in relatie tot de snelheid van grasgroei. Hiermee wordt uiteindelijk de rotatiesnelheid bepaalt van grazen en wordt duidelijk of het aantal dieren klopt met de beschikbare hoeveelheid aan gewassen. 
  6. In dit seizoen zullen er nieuwe dieren geboren worden. Dit is niet alleen van invloed op het gedrag van de ouderdieren maar ook op hun nutriënt behoeftes. Door te bepalen wanneer de dieren geboren worden, kunnen we in het schema rekening houden met wanneer we op een bepaalde plek willen zijn. Misschien een stuk bos of een stal waar de dieren kunnen gaan bevallen. 
  7. Er zijn altijd redenen om rekening te houden met de wilde dieren in een systeem waar we beter willen gaan samenwerken met de natuur als geheel. Wij hebben bijvoorbeeld Edelherten, Damherten en dassen die graag even op bezoek komen. We houden bewust rekening met dit prachtige fenomeen om te zorgen dat zij ook een hapje mee kunnen eten van de gewassen op de weide en in het bos. Door deze factor mee te nemen in de planning en de hoeveelheid die er wordt meegegeten door het wild, kunnen we garanderen dat er genoeg is voor iedereen. Als dat betekent dat wij minder gedomesticeerde dieren kunnen houden, dan is dat wat het is. Het is een eer om in de ochtend bij de weides aan te komen en de herten naast de schapen, varkens en kippen te zien grazen. Niet alleen zoogdieren kunnen van invloed zijn op het plannen. Ook (weide)vogels, amfibieën en reptielen verdienen een plek. Hoe meer wild we kunnen integreren hoe beter. 

De Maankaart

De winter is het seizoen van rust en de periode waarin de meeste gewassen zullen stoppen met groeien. Dit is de voornaamste reden dat er een tweede kaart gecreëerd is. Hierdoor kunnen we in twee verschillende seizoenstypen toch in harmonie met de natuur blijven leven.

Hieronder staat een kort overzicht van de punten die van belang zijn oftewel de karakteristieken van dit seizoen:

  1. De temperatuur 
  2. De neerslag
  3. Het rantsoeneren 
  4. De staat van de weides
  5. De dieren
  6. Overige factoren
  1. Net als bij de Zonnekaart is het bij de Maankaart van belang om de temperatuur dagelijks bij te houden. Alle diersoorten reageren anders op een bepaalde temperatuur. Kippen hebben bijvoorbeeld snel last van kou in combinatie met regen en wind. Ook zal het eetgedrag veranderen naarmate de temperatuur onder het vriespunt komt. De dieren hebben gedurende het zonneseizoen de suikers omgezet in vetten om zo de onderhuidse speklaag aan te vullen. Hiermee houden ze zichzelf warm en het fungeert als buffer om op in te teren op de dagen dat het extra koud is. Het is niet erg dat ze deze speklaag aanspreken, maar er is geen reden om ze onnodig af te laten vallen. Bijvoeren kan een optie zijn mocht de temperatuur te lang onder nul blijven. 
  2. Neerslag en met name sneeuw kan in het maanseizoen een bepalende rol spelen. Wanneer de weides overdag niet vrijkomen van sneeuw kan het gebeuren dat de dieren niet meer bij het gras kunnen. Schapen hebben daar over het algemeen minder moeite mee dan koeien, maar het kan lonen om eerder van weide te wisselen dan gepland. Bijvoorbeeld naar een weide die meer zon krijgt zodat ze overdag vrij zijn van sneeuw. Dit zouden dieren in een ideale “vrije” situatie ook doen om te zorgen dat ze kunnen grazen. 
  3. Omdat er gedurende dit seizoen geen teruggroei plaatsvindt, worden alle beschikbare weides gerantsoeneerd. Dat wil zeggen dat het verplaatsen van de dieren dusdanig langzaam geschied dat we in het gehele maanseizoen maar 1 keer op elke weide komen.
  4. We hebben in dit seizoen een iets ander doel voor ogen voor wat betreft de staat van de weides. Tijdens het zonneseizoen willen we de gewassen in optimale conditie houden: vers, smakelijk en gezond. In het maanseizoen ligt dit anders want dan willen we de weide voorbereiden op het komende zonneseizoen en dat geniet net een andere aanpak. Voor het maanseizoen begint, wordt het rantsoen visueel vastgesteld. Aan de hand van deze observaties van de weide tezamen met de waarden van het zonneseizoen wordt met behulp van de Maankaart bepaalt met hoeveel dieren we de winter ingaan.
  5. In de natuur zullen de oudere en zwakkere dieren er geleidelijk worden uitgepikt door de roofdieren, maar dat is bij ons niet het geval dus gaan we van tevoren bepalen welke er kunnen blijven. We kunnen er ook voor kiezen om geen dieren te laten gaan, maar dan is bijvoeren (dus hogere kosten en eigenlijk niet in lijn met de natuur) het directe gevolg. Anders zijn we eerder door het rantsoen heen dan gepland.
  6. Dit seizoen is het goed om de dieren extra in de gaten te houden. Zij zullen een aardig stuk op hun onderhuidse vetlaag gaan interen en dit is iets goeds. Echter willen we niet dat zij te mager worden. Ook hier gaat het wederom om de balans.

Wij hebben de afgelopen jaren erg veel geleerd. Niet alleen over alle soorten dieren, bomen, struiken en gewassen, maar vooral hoe goed de natuur alles uitgedacht heeft. We krijgen steeds meer respect voor deze prachtige creatie en dat betekent ook meer respect voor onszelf als deel van deze creatie. Het gebruiken van de graaskaart heeft ons een zeker vertrouwen gegeven. Het is met dit middel erg simpel om met weinig voorkennis, beperkte hoeveelheid aan tijd, toch jezelf in te zetten om de natuur/onze omgeving weer een fijnere plek te maken voor alles en iedereen. We merken nu al dat er vanzelfsprekendheden ontstaan. Dat we steeds kleinere details opmerken en zo tot nog een completer besef te komen van de heelheid (holisme). Heel erg benieuwd wat de komende jaren gaan brengen. 



Inspiratie

  • Boek: Allan Savory, Holistic Management
  • Boek: Andre Voisin, Grass Productivity