In dit artikel zullen we het gebruik van de Zonnekaart uitleggen. We gebruiken als voorbeeld het stukje natuur waarmee wij aan het samenwerken zijn.
We weten inmiddels:
Waar en wanneer dit idee ontstond
Wie de kaart bedacht heeft en Waarom
Wat de kaart precies inhoudt
Als laatste gaan we bekijken: Hoe we de kaart kunnen gebruiken
Het in gebruik nemen van de Zonnekaart is eigenlijk een soort van kers op de taart. De taart zelf is te zien als het werk dat vooraf nodig is, om er uiteindelijk de kers op te kunnen leggen. Om een heerlijke taart te kunnen maken is er eerst kennis nodig van alle ingrediënten en in welke verhouding die tot elkaar in het recept zitten om er uiteindelijk een smakelijk product van te kunnen maken. Er is dus aardig wat studie vereist om zoiets complex als je eigen omgeving daadwerkelijk te leren begrijpen.
De taart heeft uiteraard een bodem. Zonder deze bodem valt de taart uit elkaar als deze uit de springvorm wordt gehaald. De bodem staat voor “waarom” oftewel de onderliggende reden. Deze reden komt vanuit een innerlijke bron, die je in staat stelt om de complexiteit te kunnen gaan begrijpen. Als de taart klaar is en net uit de oven komt, ben je door het proces van het maken van die taart een stuk wijzer geworden. Je snapt de relatie tussen alle losse ingrediënten en tot slot kunnen we er nog een laatste toef slagroom en uiteindelijk de kers bovenop gaan doen.
Aan het einde van de winter of het begin van de lente, als de eerste krokussen en sneeuwklokjes al aan het bloeien zijn geslagen, is het moment daar dat we ons gereed kunnen gaan maken voor het nieuwe zonneseizoen. Dat betekend dat we de overstap gaan maken van de Maankaart naar de Zonnekaart.
Als dit de eerste keer is dat je de Zonnekaart gaat gebruiken heb je de volgende gegevens nodig:
- Omgeving
- De indeling van het stuk natuur
- De grootte van elk afzonderlijk stuk
- Dieren
- Welke soorten
- De aantallen per diersoort
Wat ik jullie wil aanraden is eerst zelf de Zonnekaart te downloaden of het bestand per email op te vragen zoadat je stap voor stap kunt meekijken. De kaart zelf is dusdanig lang omdat alle maanden die het Zonneseizoen overbrugt aanwezig zijn en we die niet als zodanig op de web-site kunnen laten zien want dan zijn de letters en cijfers zo klein dat je er niets van kunt lezen. We zullen in de rest van de uitleg gebruik maken van screenshots zodat je mee kunt lezen op jouw eigen kaart en je uiteindelijk kunt gaan begrijpen hoe wij de kaart gebruiken.
Hierboven zien we een screenshot van de Zonnekaart met de eerste twee maanden met de desbetreffende dagen. Voor de rest zien we een aantal rijen waarin we de lokale omstandigheden kunnen bijhouden voor wat betreft het weer, de temperaturen en de relatie die deze hebben tot de weides.
Stap 1: Het invullen van de gegevens omtrent het stuk grond waar je mee samenwerkt.
Als eerst zullen we focussen op het gedeelte links bovenin de Zonnekaart.
Wij hebben onze totale oppervlakte van het stuk natuur waar wij mee samenwerken onderverdeeld in 5 weides/percelen. Dit hoeft niet persé een grasland te zijn. Het kan ook gaan om bossages, jong hout opstand of een boomgaard. Als je meer of minder losse weides hebt kun je dat gemakkelijk aanpassen door extra rijen toe te voegen of rijen te verwijderen. Vervolgens kun je per gedeelte de oppervlakte in gaan vullen. Tenslotte is het handig om elke weide een naam of nummer te geven.
Stap 2: Het invullen van de gegevens omtrent de dieren waar we mee samenwerken.
Nu gaan we ons richten op de dieren. Je hebt al nagedacht over welke dieren handig zijn om mee samen te werken op jouw stuk natuur. Daarnaast zijn de aantallen van elke diersoort bepaald zodat er niet teveel dieren maar ook niet te weinig aanwezig zijn. Het heeft de voorkeur iets lager in te zetten dan verwacht. Zo ontstaat er geen situatie waarbij het totaal (de weide in relatie tot de hoeveelheid dieren) te lijden heeft. Wij hebben een combinatie van dieren gekozen aan de hand van de beschikbare vegetatie. In ons geval betekent dit een weide omzoomd door bos dat voor een groot deel uit eiken bestaat. Dus wij besloten te starten met schapen in combinatie met varkens en kippen. Als de natuur nog intact was geweest, dan waren deze diersoorten er in een wilde vorm geweest. Zwijnen in de bossen, grazers op de weide en loopvogels in de overgang tussen bos en weide.
Hierboven staat het gedeelte van de zonnekaart waar we de aantallen dieren invullen. Zoals je kunt zien is er een onderscheid gemaakt tussen volwassen en jonge dieren. Het verschil in de hoeveelheid gewas die ze tot zich nemen, is dusdanig dat het handig is een onderscheid aan te brengen. De kippen staan hier niet in vermeld omdat deze weinig (graas)invloed hebben op de weide. Uiteraard eten ze wel iets van de weide, maar hun voornaamste bron van voeding is het zelf samengestelde zaden- en granenmengsel. De varkens worden bij ons iets bijgevoerd in de vorm van groenten en fruit. Hierdoor hebben zij 1/3 minder impact op de weide wat je terug kunt zien in de kolom waar we de aanvullende voeding in kunnen vermelden.
De Graas factor komt bij Andre Voisin vandaan die het idee had om een koe van 1000kg met de rekenwaarde 1 aan te duiden. We gebruiken die methode nog steeds om alle afzonderlijke waarden te genereren. Wat je kunt zien is dat 1 schaap 0,2 koe voorstelt. Dit is bepaald aan de hand van het verschil van de impact op de weide van een schaap ten opzichte van een koe. Je kunt deze altijd aanpassen als het blijkt dat het niet overeenkomt met wat er daadwerkelijk gebeurd in bij jou in de weides.
Helemaal rechts onderaan komt na het invullen van de aantallen de totaalwaarde te staan. Dit representeerd de mogelijke impact op de weide door alle aanwezige dieren. Links onderaan wordt het gemiddelde over het gehele seizoen berekend en wordt uiteindelijk in de tabel gebruikt als daadwerkelijke meetwaarde. Het gemiddelde maakt de eerste maand nog niet veel uit. Dit gaat pas veranderen als er dieren bij komen of weggaan gedurende het Zonneseizoen.
Stap 3: Het invullen van de gegeven die we gebruiken om de eerste migratie van het jaar te gaan plannen.
Mocht dit de eerste keer zijn dat je deze vorm van samenwerken met de natuur gebruikt dan verloopt het begin van het seizoen net even anders omdat er nog geen referentie materiaal is van het vorige seizoen. Lees gerust verder want wat dat verschil precies inhoudt wordt later vanzelf duidelijk.
Voor diegene die al eerder een Zonne- of Maankaart hebben gebruikt, kunnen achter “geschat” de waarden invullen die bij het vorige seizoen achter “Actueel” stonden. Deze waarden gaan ons uiteindelijk helpen de juiste verdeling te maken hoeveel dagen alle dieren op een bepaalde weide kunnen staan.
Nu zijn we klaar voor de start van het seizoen. Wat de daadwerkelijke startdatum wordt, is de mate van groei van het gras. Wij beginnen normaliter met het meten van de gras- en gewasgroei zo gauw we de eerste voortekenen zien. Bij ons betekent dit dat het gras een hoogte van 10-12 cm bereikt waarna de snelle groei fase begint. In deze snelle groei fase groeit het gras wel 2,5 cm per week. Dit is het moment dat we willen starten met de zonnekaart.
Als dit punt bereikt is dan kunnen we de rest van de tabel verder klaar gaan maken.
Stap 4: Het indelen van de parameters voor de weide en de geplande start van het seizoen.
Wat we in de screenshot kunnen zien zijn er een aantal veranderingen opgetreden. Als eerste hebben we de parameters voor de weide samengevoegd zodat het vakje wat ontstaan is correspondeert met de weken van het jaar. Hierdoor verkrijgen we een mooi wekelijks overzicht wat er elke week gebeurd. Ook is de neerslag en zijn de temperaturen ingevuld. Deze twee punten houden we het jaarrond bij. Waarschijnlijk zijn er veel meer factoren die meespelen en zeer interessant zijn om van te leren. De tabel wordt hier wellicht minder overzichtelijk van, maar het is zeker een goed idee om dat soort factoren elders bij te houden.
Als laatste zien we helemaal rechts boven in beeld dat er een verticale oranje lijn staat na de 29ste van maart. Dit is de datum die we hebben uitgekozen waarna we wel langzaam zullen gaan starten met migreren. Voor dat we daadwerkelijk kunnen gaan beginnen zullen we eerst horen te gaan bepalen hoeveel dagen we in welke weide blijven.
Stap 5: Het bepalen van het aantal dagen per weide.
De eerste migratie zetten wij meestal in op 4 weken. Dit is geen exacte wetenschap en we kunnen gedurende de migratie altijd sneller of langzamer gaan. Ook hierbij is het verstandig om iets lager in te zetten dan je denkt. Versnellen is altijd fijner dan vertragen. Om deze 4 weken of 28 dagen in te kunnen vullen, gaan we naar het meest rechter gedeelte van de Zonnekaart
We zien hier twee losse screenshots, links kun je het gedeelte van de tabel zien voordat er iets is ingevuld en rechts nadat we de 28 dagen hebben ingevoerd.
Wat is er precies gebeurd? Rechts onderin hebben we 28 ingevuld. We kunnen opmerken dat er een aantal cellen mee veranderen. Direct boven de actuele hersteltijd wordt de actuele snelheid berekend. Dit is niets meer dan 28 + 1. De 1 is echter wel belangrijk omdat we anders elke migratie een dag te kort komen. Je gaat namelijk pas tellen nadat de dieren de eerste dag in de weide hebben doorgebracht. Vanaf dat moment heeft die weide pas echt rust. Deze 29 dagen worden aan de hand van de waarden ingevuld bij “geschat” percentueel onderverdeeld bij elke weide. In dit geval is de eerste weide 5,1 dagen, de tweede weide 7,0 etc. Waarom wij deze waarde niet afronden op een hele dag is omdat we op hebben gemerkt dat het fijn is om een bepaalde weide net die ene dag extra te geven ten opzichte van een andere.
Stap 6: Het invullen van de planning in de Zonnekaart
Nu de dagen bekend zijn kunnen we deze daadwerkelijk in gaan plannen in de kalender. Laten we ervan uitgaan dat we precies de 30ste gaan starten met de eerste migratie. Op dat moment zitten we aan het einde van weide 2, klaar om te beginnen met plannen in weide 1A.
We hebben voor deze eerste migratie, aan de hand van de berekende dagen in combinatie met hoe de weides er daadwerkelijk uit zien, bepaald hoe we de dagen indelen. 1A 5 dagen, 1B 7 dagen, 1C 4 dagen, 1D 5 dagen en 2 8 dagen. Dit geeft een totaal van 29 dagen met 28 dagen hersteltijd.
Voor diegene die voor de eerste keer de zonnekaart gebruikt, volgt nu de manier om toch die eerste migratie te kunnen plannen. Deze eerste keer komt aan op inschattingsvermogen. Er zijn tal van manieren om dit te doen. Wij hebben dit toendertijd gedaan op de grootte van de desbetreffende weides. Onze totale oppervlakte is 78,8 are. Door dezelfde formule toe te passen die de dagen voor de eerste migratie berekent, kunnen we ook aan de hand van de oppervlakte een ruwe schatting maken.
Neem bijvoorbeeld 1A, de oppervlakte is 13,2 are. 13,2 x 29 dagen / 78,8 = 4,87 afgerond 5 dagen. Dit herhaal je voor de rest van de weides en daarmee creëer je de set van dagen voor de eerste migratie. Aan de hand van deze ervaring kun je de volgende migratie gaan plannen.
Stap 7: Het bijhouden van de eerste migratie
We zijn inmiddels op 27 april aangekomen en we hebben bijgehouden hoe deze migratie is verlopen. Aan de hand van de afbeelding hieronder zullen we proberen uit te leggen hoe een migratie eruitziet in de kalender.
Door de grashoogte te meten, voor de dieren de weide ingaan, en dat te gebruiken als 100%, kunnen we de hoogte die we meten als ze de weide uit zijn daar vanaf trekken. Dat resulteert in een percentage, wat uiteindelijk resulteert in de corresponderende kleur op de Zonnekaart. Na verloop van tijd hoef je de weide niet meer daadwerkelijk op te meten om te weten hoeveel er gegraasd is. Als je net als ons nieuw bent op het land en je de gewassen net leert kennen, kan het fijner zijn om toch te meten. Ook dit komt niet op de mm, ml, dag of kg nauwkeurig. Het fungeert als een leidraad en als je merkt dat de gemeten waarden niet kloppen met wat je ziet in de weide, pas je het gewoon aan.
Wij verplaatsen de dieren elke dag, eigenlijk twee keer per dag, maar dat past niet in de cel. Je kunt ook de dieren de hele weide geven voor de daarvoor bestemde dagen. Voeg dan vervolgens alle cellen samen en geef ze de kleur die correspondeert met het graaspercentage. Tot slot zet je er het getal in wat aangeeft hoeveel dagen de dieren in de weide zijn geweest. Het maakt voor het totaal niet uit of er 6×1 staat of enkel 6.
Het tweede wat er veranderd is zijn de cijfers in de rijen achter “actueel”. Hier staan nu de actuele gegevens die de relatie tussen de dieren en de desbetreffende weides representeren.
Ook is te zien dat wij bij 1C en 1D zijn afgeweken van de planning. Nu kunnen we opmerken dat het handig is om twee verschillende rijen te hebben. 1 geschatte rij en 1 rij voor de daadwerkelijke dagen dat de dieren daar zijn geweest. De actuele informatie wordt gebruikt om de volgende migratie beter te plannen.
In de onderste balk staat de lengte van deze eerste migratie en het aantal dagen hersteltijd. Hier kan ook een extra opmerking bijgeplaatst worden, bijvoorbeeld dat deze migratie volgend jaar iets korter of langer mag duren. Na verloop van tijd leer je hierdoor precies hoe jouw (natuurlijke) omgeving werkt en hoe te reageren wanneer er een minder goed voorjaar voorspeld wordt. Dit is hoe wij ermee omgaan: Begrip en kennis krijgen van de omgeving en alle factoren die daarbij van belang zijn, om zo in harmonie te leven met de natuur.
Rechts in de tabel zijn de waarden in de rijen van actueel ook mee veranderd. Tevens heeft de kolom “gezondheid van de weide” de eerste waarden opgebouwd. Deze waarden komen van pas als we de planning gaan maken voor de volgende migratie.
Stap 8: Het invullen van de losse migratie tabellen.
Voor we met de planning van de tweede migratie beginnen, vullen we eerst nog wat anders in. Onder de Zonnekaart staan 5 losse tabellen waar we elke migratie afzonderlijk bijhouden. Dit is iets wat we zelf hebben toegevoegd aan het eerste ontwerp van Allan Savory. We kunnen hiermee nog nauwkeuriger plannen naarmate het seizoen verstrijkt. Vanaf de tweede migratie kan het voorkomen dat het meten met gemiddeldes, zoals in de grote kalender, niet meer accuraat genoeg is. Ook kunnen we aan de hand van deze extra tabellen berekenen hoeveel dieren we gezond kunnen houden in de volgende migratie.
Links staat de legenda met het graas-percentage en de bijbehorende kleur.
Rechts staat de losse tabel met als titel “Migratie 1”. We hebben de gegevens overgenomen uit de grote kalender. Zoals je kunt zien kloppen de dagen precies met de dagen dat de dieren in elke specifieke weide zijn geweest.
Stap 9: Het plannen van de opvolgende migratie(s)
Nu kunnen we verder met het plannen van de volgende migratie(s). Hiervoor gaan we wederom naar de meest rechterkant van de tabel en daar gaan we zien wat er nu anders is dan de eerste migratie.
We hebben als eerst de waarde uit de voorgaande tabel “Migratie 1” in het corresponderende vakje gezet met als titel “Gezondheid laatste migratie”. Deze waarde gaat nu meehelpen een planning te genereren in de kolom met L M.
Rechts onderin hebben we 21 ingevuld als de geplande hoeveelheid aan dagen. Het gras is dusdanig snel aan het groeien dat we de migratiesnelheid ook op kunnen opschroeven. Na het invullen van deze 21 dagen komen in de kolommen onder “Planning aantal dagen grazen” de geplande dagen te staan gebaseerd op de desbetreffende titel van de kolom:
Geschat: De dagen aan de hand van de gegevens van vorig jaar.
Actueel: De dagen zijn gebaseerd op de actuele relatie tussen de dieren en de weide (voorgaande migratie(s) )
L M: (Laatste Migratie) De dagen berekend aan de hand van de voorgaande migratie. Met als referentiepunt de totale gezondheid van die weide
Gem.: Het gemiddelde van alle voorgaande kolommen.
Voor diegene die de Zonnekaart de eerste keer gebruikt, ontstaat er nu echt een voordeel. Onder het kopje “Planning aantal dagen grazen” zullen nu de kolommen Actueel, L M en Gem. kunnen assisteren bij het plannen van de volgende migratie. De kolom van “geschat” zal leeg blijven, deze zal volgend jaar weer van dienst zijn.
We hebben nu een heel scala aan hulpmiddelen om de tweede migratie te kunnen gaan plannen. Er zijn nog wat extra punten af te lezen na de eerste migratie aan het einde van de tabel:
Gezondheid weide: Achter gezondheid weide komt het cumulatieve totaal te staan van alle migraties. Ook dit is weer een referentie om de migraties mee te plannen. Tevens fungeert dit ook als een meerjarige indicator om te zien of de weides gezonder worden.
Gezondheid laatste migratie: Waar nu de waarde 40,7 staat, kunnen we na migratie 2 de waarde voor die migratie invullen. Dit proces blijven we herhalen tot het seizoen over is. Zo hebben we altijd een referentie die de meest recente informatie van het seizoen vertegenwoordigd.
Hoeveel dieren: Als laatste kunnen we na de eerste migratie aflezen hoeveel dieren we doorvoed en gezond kunnen houden in de volgende migratie. Dit is slechts een ruwe schatting die nog wat fijner kan worden afgestemd door naar de kleuren in de kalender te kijken en natuurlijk aan de hand van hoe de dieren eruitzien.
Voor de geplande dagen van migratie 2 kunnen we 1,85 diereenheden gezond houden. We hebben er 1,4. Dat wil zeggen dat we meer gewassen op de weide hebben staan dan dat de dieren op kunnen. Dit is het gedeelte van het jaar dat de natuur zorgt voor extra mondjes in de vorm van nieuwe aanwas. De wilde dieren zorgen ervoor dat ze hun jongen werpen als het voedsel waar zij van afhankelijk zijn in overvloed aanwezig is. De schapen hebben er bij ons voor gekozen om tussen eind februari en eind maart te bevallen, zodat als de grasgroei piekt, de lammeren ook meer gras gaan eten. Een prachtige vorm van het in balans proberen te komen, te zijn en te blijven met de natuur en alles wat daar deel vanuit maakt.
De cirkel is nu weer rond en hebben we alle losse punten besproken die nodig zijn om het gehele zonneseizoen door te komen. We hebben besproken hoe we de gegevens van het vorige jaar gebruiken om dit jaar te kunnen gaan aanlopen. Ook voor diegene die nog nooit een Zonnekaart hebben gebruikt hebben een methode aangereikt gekregen om toch de eerste migratie te kunnen plannen. We hebben kunnen zien hoe we de geplande dagen kunnen onderverdelen in de kalender en hoe we de actuele gegevens bij kunnen houden. Na elke migratie vullen we de losse migratie tabellen in waardoor we nog meer tools hebben om de daaropvolgende migraties te kunnen plannen. Hoe fijn het werken met een graaskaart ook mag lijken, het is en blijft een hulpmiddel om onze zintuigen en intuïtie te trainen de signalen die de natuur ons geeft te leren interpreteren. Het deel is net zo belangrijk als het geheel en hoe meer losse componenten we leren begrijpen hoe groter ons besef van het geheel wordt.
Afsluiting
Ik hoop dat jullie wat op hebben kunnen steken van dit artikel. Uiteindelijk zal de daadwerkelijke beoefening resulteren in een kunststukje wat je om je heen zult gaan ervaren. Wij kunnen je in ieder geval vertellen dat wij enorme positieve veranderingen hebben kunnen opmerken. Zelfs in deze twee opmerkelijke jaren met weinig neerslag en zeer hete zomers. Het lijkt wel alsof de natuur snapt dat jij haar probeert te begrijpen en dat ze ons daarom helpt. Zelfs toen de weides in de zomer van 2018 tot stro waren vergaan en de bomen hun blaadjes lieten vallen alsof de herfst al was aangebroken, kwamen na de eerste druppels veel nieuwe soorten gewassen op naast de soorten die er voorheen al waren. Zelfs in de extreme kanten van het spectrum blijft er groei en verhoging in biodiversiteit mogelijk en dat geeft vertrouwen voor ons allen op deze wereld. Als we de natuur laten weten dat we haar weer respecteren, zal zij dat reflecteren en komen we terecht in een opwaartse spiraal.
Als er vragen zijn, schroom dan niet contact met ons op te nemen. Iedereen die bereidt is tijd en energie te steken in de eigen omgeving en deze te verbeteren ten gunste van ons allemaal, willen we graag assisteren. Wij willen ook op locatie komen en samen kijken waar er eventueel verbeteringen mogelijk zijn. We willen ook met alle liefde helpen met het opzetten van alle losse onderdelen die te vinden zijn op de site inclusief het starten en gebruiken van de graaskaarten.
Inspiratie
- Andre Voisin, Grass Productivity
- Allan Savory, Holistic Management